Italiaans schrijver (Como 12 Mei 1884), studeerde letteren te Turijn, was bij het gymnasiaal onderwijs werkzaam, later journalist. Als militant klassicist begonnen, ging hij naar het futurisme over en schreef nadien verhalen en romans van enigszins cerebrale inslag, die, hoewel vaak een negatieve indruk achterlatend, een sterke psychische werking uitoefenen: een „cosmopolitische” kunst, die zich beweegt op het terrein der zuivere fantasie.
Bibl.: Romans: La vita intensa; La vita operosa; Eva ultima; Figlio di due madri; La morte di Adria e dei suoi figli. Toneel: Nostra Dea. Novellen: La donna dei miei sogni; I sette savi; Donna nel sole; Mia vita, morte e miracoli; Giro del sole (1946). Verzen: Odi. Diversen: Viaggi e scoperte. Uitg. der verzam. werken: Tutto Bontempelli narratore 1904-’36, 7 dln (Milano 1938 vv.).
Lit.: C. Bó, M. B. (Padova 1943).
