(aquae amarae) is de naam van een groep minerale wateren, met een hoog gehalte aan natriumsulfaat (glauberzout) en magnesiumsulfaat (bitterzout), waaraan dat water een bittere smaak ontleent. Het bitterwater ontstaat meestal door uitlogen van een mergel van vulkanische oorsprong en wordt tegenwoordig ook kunstmatig bereid, o.a. door 43 g van het kunstmatig bitterwaterzout (Sal Ofen facticius, Sal Thermarum natrico-magnesicus) in 1 l water op te lossen.
Het kunstmatig bitterzout bevat calciumchloride, magnesiumsulfaat, natriumsulfaat, natriumbicarbonaat (zuiveringszout) en natriumchloride (keukenzout). Alle bitterwateren werken laxerend. De voornaamste soorten natuurlijk bitterwater zijn die van Püllna en Saidschitz in Bohemen, van Friedrichshall in Saksen-Meiningen, van de Königin-Elisabeth-Quelle, de Franz-Joseph-Quelle, de Rakoczy-Quelle, de Hunyadi-Janos-Bittersalz-Quelle te Boedapest, de Jessentuki-bron in de Kaukasus en Mergentheim in Württenberg.Onder „bitterwater” verstaat men ook dikwijls een oplossing van 35 g natriumsulfaat en 35 g magnesiumsulfaat in 655 g water.