is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Cucurbitaceeën*. Het heeft een 5-spletige, opgezwollen, getande kelk, een radvormige, 5-slippige bloemkroon met gekroesde slippen, 5 meeldraden, waarvan er vier 2 aan 2 vergroeid zijn, één stijl met een 3-lobbige stempel en een 3-hokkige komkommervrucht.
De bekendste soort is Benincasa hispida (of cerifera), een éénjarige plant, die in Oost-Indië thuis hoort en daar met zorg gekweekt wordt. Zij heeft een sappige stengel, hartvormige, behaarde bladeren en grote goudgele bloemen. De vruchten zijn ei- of rolrond-peervormig en groen met blauwachtig groene strepen. Zij worden in Indië gebruikt tegen koorts, hoest enz. Deze vruchten, die in rijpe toestand bedekt zijn met een wasachtige stof, bevatten olierijke, enigszins bittere zaden.
