is dat gedeelte van een rivier, waar het water ten gevolge van de getij rijzing in zee periodiek ophoudt zeewaarts te stromen en tijdelijk weer op- of bergwaarts stroomt. In gewone omstandigheden begint de benedenrivier op de Lek bijv. ongeveer bij Kuilenburg, op de Waal bij Zaltbommel en op de Maas bij St Andries.
Dat gedeelte der rivier, waar de getijrijzing in zee geen tijdelijke omkering der stroomrichting meer ten gevolge heeft, heet bovenrivier (z getijden).