een saus die haar naam ontleent aan den markies Louis de Béchameil, maître d’hôtel van Lodewijk XIV, hoewel het betwist wordt of hij er de ontdekker van is. Hij was sterk financieel geïnteresseerd bij de toenmalige grote visserij op kabeljauw en zou het gebruik van deze saus bevorderd hebben ten einde de omzet van zoute-vis te vergroten.
Men verstaat onder Béchamel-saus tegenwoordig veelal een witte, gebonden, melk- of bouillonsaus, op smaak gebracht met gehakte gestoofde ui; bij oudere recepten wordt de melk ten dele vervangen door room en gebruikt men ook eierdooiers om te binden.
De Béchamel-saus is een zgn. moeder-saus, d.w.z. dat zij de grondslag vormt voor vele andere sausen.
