heet, in de vestingbouw, een groot, meestal halfrond stenen verdedigingswerk, voorzien van kantelen en schietgaten, dat in de vroege middeleeuwen werd aangelegd vóór (aan de buitenzijde van) een poort of brug van een stad of kasteel. Vgl.
Viollet-le-duc, Histoire d’une jorteresse, p. 157 e.v.