(Jav .), Balai (Mal.), heet in verschillende Maleise streken een open huis of gebouw voor publieke doeleinden, vergaderingen der hoofden, audiënties, rechtspraak. Op Java komt het woord voor als benaming van het voorhuis waar men gasten ontvangt, of van een bidhuisje.
In Atjèh verstaat men onder balé een open huis zonder wanden of verhoogde vloer, als hulpgebouw bij een dorpsmoskee, een loodsje bij een heilig graf of op een rijstveld. Vaak is een balé in gebruik als slaapplaats voor ongehuwde mannen en, bijv. in Atjèh, voor gehuwden die niet in de echtelijke woning vertoeven. Bij de Karo-Bataks en in Atjèh duidt het woord het rechtscollege aan (naar de plaats waar het zetelt). Balai Poestaka (het Boeken uis) is de Maleise naam van Volkslectuur.