is de naam van de overgangsperiode van het Palaeolithicum tot het Neolithicum; het wordt genoemd naar de grotten van Mas d’Azil (in het departement Ariège), die in de jaren 1887-1912 zijn onderzocht. Te zamen met het Tardenoisien behoort het tot het Mesolithicum, dat gesteld kan worden van ongeveer 9000-7000 tot 5000-3000 v.
Chr. De cultuur van dit tijdperk wordt gekenmerkt door kleine stenen instrumenten (mikrolithische artefacten), die waarschijnlijk vnl. dienst deden als punten van pijlen en speren. Deze voorwerpen worden vooral gevonden in Noord-Afrika, in Spanje en van Frankrijk af tot aan de Oostzee; in Zuid-Duitsland behoren hiertoe de vondsten van Ofnet bij Nördlingen. Het Azilien is vooral bekend geworden door eigenaardig beschilderde kiezelstenen, waarin men wel schrijftekens heeft willen zien, maar die eerder een primitieve ornamentiek zijn; deze worden echter alleen in Zuid-Frankrijk gevonden.PROF. DR A. W. BYVANCK
Lit.: J. G. D. Clark, The mesolithic settlement of northern Europe (1936).