(Ar.: aankondiging) is de naam voor de oproep tot de salāt, de vaak „gebed” genoemde vijf maal per dag te verrichten godsdienstoefening, waartoe de moezzin (roeper) in Mohammedaanse landen vijf maal per dag de gelovigen oproept, in kleinere moskeeën in de ingang staande, bij grotere van de minaret af. De azân is een vaste formule, enigszins verschillend naar gelang van de tijd van de dag.
De Mohammedaanse overlevering wil, dat deze vorm van oproeping tot de gemeenschappelijke godsdienstoefening is gekozen om het in Mohammed’s tijd bij Christenen en Joden bestaande gebruik om de gelovigen door trompetgeschal of tegen elkander klepperen van houten latten bijeen te roepen, niet na te volgen.