was een Joods-Christelijk schrijver uit het midden der 2de eeuw. Hij is gelezen door Celsus, Origenes (Contra Celsum IV, 52), Clemens Alexandrinus (bij Maximus Confessor ed.
Corder I, blz. 17). Eusebius (IV: 6,3) heeft geschriften van hem gekend. Hij is het meest bekend als schrijver van een Dialogus Iasonis et Papisci, waarin Papiscus, een Alexandrijnse Jood, door Jason, die de argumenten van Aristo uitspreekt voor de getuigenis der profeten betreffende Jezus Christus, bekeerd wordt. Dit geschrift is ons niet bewaard, maar is een zeer oud type van de zgn. Testimonia. Tertullianus en Cyprianus hebben het gebezigd en denkelijk is het verwerkt in de Altercatio Simonis Judaei et Theophili Christiani (5de eeuw). Ook een Lat. vert. heeft bestaan.Lit.: I. Rendel Harris, Testimonies (2 dln, 1916-1920); Harnack, Die Altercatio enz. T. V. I, 3 (1885); Ungern-Sternberg, Der traditionelle alttestl. Schriftbeweis usw. (1913).