Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Albert ulrik BÅÅTH

betekenis & definitie

Zweeds dichter (Malmö 13 Juli 1853 - Gottskär 2 Aug. 1912), domineeszoon uit Skåne, studeerde klassieke en Scandinavische talen. Hij voelde zich vooral tot de IJslandse literatuur aangetrokken, waarvan de kernachtige stijl sporen heeft nagelaten in zijn poëzie.

Hij brengt met zijn debuut Dikter (1879) een nieuw realisme, harder dan dat van de signatuurpoëten (z Snoïlsky) en hij geeft treffende beelden uit het Skånse volksleven, veelal met sociale tendenties. Volgende bundels zijn Nya dikter (1881), Vid Allfarväg (aan de grote weg, 1884), På gröna stigar (op groene paden, 1889) en Svenska toner (1893). Soms behandelde hij ook historische onderwerpen in epische romances, o.a. Ungmön från Antwerpen (de maagd van Antwerpen, 1900), een episode uit de 80-jarige oorlog.DR P. M. BOER-DEN HOED.

< >