een machtig bergvolk, ± 90 000 zielen, woont in Afghanistan, aan de N.W. grens van Brits-Indië, ten W. en Z.W. van Peschawar. Eeuwenlang waren zij meester van de belangrijke Khaiber- en Kohat-passen en lieten aan Djingiz Chan, Timoer, Baber, Nadir Sjah en de Engelsen de doortocht vrij tegen betaling van een zekere som.
De strijdbare mannen dienen tegenwoordig nadat zij door Engeland waren overwonnen, in het Brits-Indische grensleger.