Nederlands landschapschilder (Amsterdam of Gorcum? 1603/’04 - Amsterdam 9 Nov. 1677), was vermoedelijk een zwager van Raphael Govertsz. Camphuysen, wiens leerling hij te Amsterdam werd.
Hij legde zich toe op taferelen uit het rivierland, in de sneeuw, bij zonsondergang of bij maanlicht; soms schilderde hij ook brandende dorpen. Zijn sterk natuurgevoel stelde hem in staat de atmosfeer van het landschap suggestief weer te geven, terwijl de karakterisering van de kleine menselijke figuurtjes in actie, die zijn taferelen stofferen, zeer levendig is. Ofschoon hij niet met Ruysdael op een lijn te stellen is, behoort hij toch tot de beste Nederlandse landschapschilders uit de 17de eeuw. Van 1658-’62 hield hij te Amsterdam een herberg; hij stierf in armelijke omstandigheden.Lit.: A. Bredius. A. v. d. N., in: Oud-Holland XVIII (1900), vgl. dezelfde ald. XXVIII (1910) en XXXIX (1921), C. Hofstede de Groot, Beschreibendes u. hist.
Verzeichnis der Werke der holl. Maler XII (1918).