(of Aart), Nederlands priester (Rotterdam 23 Sept. 1641 - Calcar i6Dec. 1719), was van 1665-1704 pastoor te Kethel, sinds 1703 tevens aartspriester van Delfland. Hij was fel anti-Jansenistisch en daarom tegen Petrus Codde en vóór Theodorus de Cock, die na Codde’s schorsing als apostolisch vicaris door Clemens XI tot provicaris werd benoemd.
Van Wijck werd in 1704 door de Staten van Holland verbannen en bracht zijn laatste levensjaren door in Calcar als rector van een nonnenklooster. Hij liet vele, vooral polemische, geschriften na.