Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Adolf FRANKEL

betekenis & definitie

Duits wiskundige (München 17 Febr. 1891), werd in 1922 hoogleraar in de wiskunde te Marburg en in 1928 te Kiel, uit welke functie hij in 1934 door de Duitse regering werd ontzet; sindsdien hoogleraar te Jeruzalem. Het hoofdgebied van zijn studie is de getallen- en de verzamelingsleer en vooral tot de axiomatiek en de filosofie van deze theorieën heeft hij hoogst belangrijke bijdragen geleverd.

Bibl. (hoofdwerk): Einleitung in die Mengenlehre (1919; 3de dr., 1928).

< >