Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Ader

betekenis & definitie

(1 geneeskunde, ontleedkunde). Aderen (venae) zijn de bloedvaten, die het bloed uit alle delen van het lichaam terugvoeren naar het hart.

Van de slagaderen (arteriae) — waarin het bloed naar de verschillende organen toestroomt — onderscheiden zij zich o.a. door een wijder lumen en een dunnere wand. De bloedstroom is in de aderen gelijkmatig, de druk laag. Boven het niveau van het hart is de druk in de oppervlakkige aderen onder normale omstandigheden zo gering, dat zij samenvallen onder invloed van de atmosferische druk. Vele aderen hebben kleppen, die verhinderen dat het bloed terugstroomt; de intermitterende druk die bij spierbewegingen op de aderen wordt uitgeoefend, bevordert, dank zij deze kleppen, de stroom van het bloed in de richting van het hart (z bloedvaatstelsel en bloedsomloop).(2 geologie), heet een dunne gang, d.w.z. een dunne spleetopvulling in gesteente, die veelal onregelmatig verloopt. Een eruptieve ader bestaat uit stollingsgesteente, een hydrothermale ader uit mineralen, die uit warme oplossingen zijn afgezet.

< >