Zorndorf, een dorp in de Pruissische provincie Brandenburg en in het arrondissement Königsberg, telt slechts 1100 inwoners, maar is in de geschiedenis vermaard wegens de overwinning, welke Frederik de Groote aldaar behaalde op de Russen (25 Augustus 1758). Laatstgenoemden waren in 1758 onder generaal Fermor na het bezetten van OostPruissen doorgedrongen tot in de Neumark en hadden den 15denn Augustus het beleg geslagen voor Küstrin. Toen de Koning hiervan berigt ontving, trok hij uit Silézië met 14000 man in versnelde marschen derwaarts en vereenigde zich den 21sten Augustus bij Küstrin met de troepen van generaal von Dohna. Nu had hij 32000 man onder zijne bevelen en trok met deze den 23sten Augustus bij Güstebiese over de Oder.
Toen Fermor dit vernam, brak hij het beleg op en bleef met 50000 man en eene groote bende ongeregelde ruiterij bij het dorp Quartschen in eene vaste positie den aanval der Pruissen afwachten. De Russen waren aan de rugzijde en aan den regter flank gedekt door de moerassen van de Mietzel. Frederik trok den 24sten Augustus om de vijandelijke positie heen en plaatste zich in den ochtend van den 25sten te Zorndorf tegenover haar, zoodat Fermor genoodzaakt was, zijn front om te keeren. Nu rigtte de Koning den hoofdaanval op den regter vleugel der Russen, doch niet met voldoende snelheid en kracht, zoodat hij zijn doel niet bereikte. De Russische kavallerie stormde weldra uit de geopende carré’s te voorschijn en deed 8 Pruissische bataljons de wijk nemen naar Zorndorf, terwijl ook de infanterie van den Russischen regter vleugel oprukte, om de behaalde overwinning voort te zetten. Toen waagde Seydlitz met zijne geheele kavallerie een aanval op de Russische, sloeg haar terug en verpletterde ook de infanterie van den regter vleugel, die de vlugt nam over de Mietzel, door Fermor gevolgd. Daarna deed de Koning des namiddags te twee uur zijn regter vleugel tegen den linker vleugel van den vijand optrekken. De Russische kavallerie, die zich inmiddels weder verzameld had, bragt hier 13 Pruissische bataljons aan het wijken, doch Seydlitz snelde ook hier aan het hoofd van 8000 man tijdig te hulp en wierp den vijand achterwaarts in de moerassen bij Quartschen.
Nu ontstond er een woeste strijd, man tegen man met sabel en bajonet, totdat eene zijwaartsche beweging der Pruissen, waardoor de Russen met omsingeling werden bedreigd, deze tot den aftogt noodzaakte, welke eerlang overging in eene verwarde vlugt. Niettemin behield een gedeelte der Russen eene versterkte stelling, zoodat de slag niet eindigde met eene volkomene vernietiging van den vijand. Eerst den 27sten Augustus verwijderde zich deze naar Klein-Kammin en den 31sten naar Landsberg. Hij had in den slag, die 12 uren duurde, een verlies van 18000 dooden en gewonden, 103 stukken, 3000 gevangenen en een gedeelte van de krijgskas, terwijl de overwinning den Pruissen te staan kwam op 10000 man dooden en gewonden, 26 stukken en 1500 gevangenen. Onder de gevangen genomen Russen bevonden zich de generaals Tsjernisjew, Soltikow, Soelkowski enz. De Koning erkende, dat de overwinning door het beleid van Seydlitz behaald was.