Zillerthal (Het), een der voornaamste dalen van Tyrol en besproeid door de Ziller, eene zijrivier van de Inn, is omstreeks 14 uren gaans lang en door de hooge gletschers van het Zillerthaler Gebergte begrensd, maar aan de noordzijde, waar het zich met het dal der Inn vereenigt, nog al vruchtbaar. Het Zillerthaler Gebergte is omgeven door het Wippthal, de Inn (van Innsbruck tot aan den mond der Ziller), de Ziller (tot aan Zeil), het Gerlosthal, het Krimser Achenthal en ten zuiden door het Pusterthal en strekt zich uit van den Brenner tot aan den Krimler Tauern. De drie hoogste toppen zijn er: de Hochfeiler (3516 Ned. el hoog), de Olperer (3491 Ned. el hoog) en de Mösele (3485 Ned. el hoog); voorts heeft men er onderscheidene andere, die slechts weinig lager zijn. De zijdalen beneden Zeil zijn klein, maar de hoog gelegene dringen diep in het gebergte door.
Bij Mayerhofen verdeelt zich het dal waaijervormig in vier „Grimde”, namelijk den Zillergrund, den Stillupa, het Zemmthal en het Duxer Thal, van welke alleen laatstgenoemde twee duurzaam bewoond worden. Zij behooren alle wegens hunne sneeuwvelden, watervallen en steile paden, tot de prachtigste Alpendalen. Beneden Mayerhofen is het dal breed en bekoorlijk en met volkrijke dorpen versierd, afgewisseld door fraaije bouw- en weilanden en boomgaarden. Het Zillerthal heeft eene oppervlakte van ruim 17 □ geogr. mijl en telt omstreeks 15000 inwoners. Het behoort tot het district Schwaz en bevat de arrondissementen Fügen en Zeil. De bewoners van het Zillerthal zijn zelfs in Tyrol vermaard wegens hun krachtigen ligchaamsbouw en wegens hun welluidend gezang, waardoor zij zich trouwens in nagenoeg alle landen van Europa hebben bekend gemaakt.
Hun voornaamste bedrijf is de veeteelt met de daaraan verbondene kaasmakerij. Jaarlijks worden er ongeveer 5000 stuks vee uitgevoerd en 7000 centenaars kaas in gereedheid gebragt. Ook bloeit er de landbouw, maar levert geen graan genoeg voor de behoeften der ingezetenen. Velen van deze begeven zich naar het buitenland en verkoopen er handschoenen en andere kleedingstukken. De hoofdplaats is het vlek Zeil. — In den jongsten tijd werd de aandacht op het Zillerthal gevestigd, omdat omstreeks 400 personen er van de R. Katholieke Kerk tot het Protestantismus overgingen en, toen zij deswege moeijelijkheden ondervonden, in 1837 naar Silézië trokken, waar zij bij Erdmannsdorf de kolonie Zillerthal deden verrijzen.
