Wieland, in het Oud-Duitsch Wiolant, in het Angelsaksisch Veland en in het Oud-Noorsch Völund, is de naam van een kunstvaardigen smid uit de Duitsche heldensage, een dergelijk persoon als Hephaestus (Vulcanus) en Daedalus. Hij was de zoon van den zeereus Wade en eerst leerling van den smid Mimir en vervolgens van de Dwergen, die hem grondig onderwijs gaven in zijn handwerk. Daarna woonde hij met zijne beide broeders Eigil en Schlagfidr eenigen tijd te Ulfdalir, waar zij drie zwanenjonkvrouwen aantroffen en deze bij zich hielden, tot dat zij na verloop van 7 jaren wegvlogen, om als Walkyriën dienst te doen op het slagveld. Daarop begaf Wieland zich naar den koning Nidung en overwon diens smid Amilias in een wedstrijd met het zwaard Mimung.
Nidung liet hem lam maken, maar Wieland nam wraak door de beide zonen van den Koning te dooden en de dochter van dezen te onteeren, waarna laatstgenoemde Wittich ter wereld bragt. Vervolgens ontvlood Wieland in een door hem vervaardigd gewaad van vederen. Deze sage, door Simrock in het gedicht: „Wieland der Schmied” en in het vierde deel van het „Heldenbuch” op eene voortreffelijke wijze weergegeven, was onder het volk algemeen verspreid.