Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wenden

betekenis & definitie

Wenden is de naam van een tak der West-Slawische volkengroep, die nog altijd zetelt in de Lausitz, in het oostslijk gedeelte van Saksen-Altenburg en als Kassoeben tusschen de Weicbsel en de Persante, tot een gezamenlijk bedrag van 150000 zielen. De Veneters, door Plinius de Oudere en Tácitus vermeld, door laatstgenoemde van de Sarmaten gescheiden en ten onvegte bij de Germanen gevoegd, omdat zij vaste woningen hadden, schilden droegen en bedreven waren in den strijd te voet, zijn vermoedelijk dezelfde als de Wenden. Men meent, dat deze oorspronkelijk gezeteld waren aan de oevers van de Niemen en aan den bovenloop van de Dnjepr, doch er begint eerst eenig licht aan te breken over dat volk in de 6de eeuw, toen zich het gebied der Wenden tot aan de Oder uitstrekte. Na dien tijd gaf men den naam van Wenden aan alle Noord-Slawen.

Deze zijn in de 6de eeuw doorgedrongen in Bohemen en hebben verder noordwaarts alle landen op den regter oever der Elbe, ja, zelfs het land tusschen de Elbe en de Saaie bezet. Zij waren verdeeld in onderscheidene stammen, van welke die van den benedenloop der Elbe ten tijde van Karei de Oroote en die van den bovenloop der Elbe onder Hendrik I in aanraking kwamen met de Germanen. Van de 10de tot aan het einde der 13de eeuw beleefden zij een tijdperk van bloedige oorlogen, welke een einde namen met hunne onderwerping en met hunne bekeering tot het Christendom. Hoewel zij in het Duitsche Rijk een afzonderlijk volk vormden, gedeeltelijk onder eigene Vorsten (in Bohemen, Mecklenburg, Pommeren, de Marken tusschen de Elbe en de Oder, en Silézië), werden zij door vermenging met eene ontzettende massa Duitschers allengs in Germanen omgezet. Het eerst verdween het Slawisch element in de Maingewesten. De naam van Wenden werd later bepaaldelijk gegeven aan de Sorben en Liutizen, wier nakomelingen in de Lausitz nog de Wendische taal en in Altenburg de Wendische zeden en kleederdragt bewaard hebben.