Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Weiszenburg

betekenis & definitie

Weiszenburg of Weiszenburg am Sand, een stadje in het Beijersche district Mittelfranken, ligt aan den spoorweg, is de zetel van een districtsbestuur en van eene regtbank, heeft eene Protestantsche en eene R. Katholieke kerk, eene Latijnsche school, eenige fabrieken, eene bad-inrigting en ruim 6000 inwoners. — Een ander Weiszenburg, ook Kron-Weiszenburg geheeten, ligt in den Beneden-Elzas, aan de Lauter en aan den spoorweg van Mainz naar Straatsburg, is de zetel van een arrondissementsbestuur, bezit eene Protestantsche en eene R. Katholieke kerk, een gymnasium, eenige fabrieken, eenigen wijnbouw en ruim 6000 inwoners. Deze stad is haren oorsprong verschuldigd aan eene abdij der Benedictijnen, welke in de 7de eeuw werd gesticht, eene beroemde school bezat en in 1524 toegewezen is aan de bisschoppen van Spiers. Zij behoorde tot de tien vrije steden van den Elzas, voerde in 1522 de Hervorming in, had in den Dertigjarigen Oorlog veel te lijden, werd in 1677 door de Franschen veroverd en verbrand en in 1697 aan Frankrijk toegevoegd. Op den 4den Augustus 1870 behaalden de Duitschers er de overwinning op de Franschen.

Mac Mahon had de 2de divisie van zijn armeekorps onder generaal Douay vooruitgeschoven tot aan Weiszenburg, daar deze stad als vereenigingspunt van onderscheidene groote wegen van veel gewigt en door hare ligging eene sterke positie was. Toch had Douay er slechts 8 bataljons en 18 stukken; de overige divisiën van Mac Mahon bevonden zich een dagmarsch vandaar. Te Weiszenburg bevond zich een bataljon, en de overige troepen waren gelegerd op de hoogten ten zuiden van de stad zonder de nabijheid van den vijand te vermoeden, toen des ochtends te halt negen eene Beijersche batterij van de hoogte ten zuiden van Schweigen het vuur op Weiszenburg opende. Terwijl de Beijeren, aanvankelijk te vergeefs, de stad bestormden, begaf zich een ander Duitsch korps naar Altenstadt en den spoorwegdam, en zocht wederom eene andere afdeeling om de positie van Douay op den Geiszberg heen te trekken. Deze besloot te 10 ure den terugtogt te aanvaarden, maar sneuvelde, vermoedelijk door de uitbarsting van eene mitrailleusenbattei'ij.

Inmiddels werden het spoorwegstation en de stad stormenderhand ingenomen, waarna de Duitschers den aanval ondernamen op de zuidelijke hoogten, waar het kasteel Geiszberg een vast punt vormde. Dit werd door een bataljon der Fransche brigade Montmarie met hardnekkige dapperheid verdedigd. De Duitschers leden bfl de bestorming zware verliezen. Er werden granaten in het kasteel geworpen, dat ten 2 ure na den middag de capitulatie aannam, waarop de Geiszberg door Duitschers bezet en de vlugtende Franschen door de ruiterij vervolgd werden. De Duitschers hadden aan dooden en gewonden 90 officieren en 1460 minderen, en de Franschen verloren 1000 gevangenen, terwijl wij de overige verliezen niet vermeld vinden.

Men geeft den naam van Weiszenburger Liraën aan eene reeks van zamenhangende verschansingen in het arrondissement Weiszenburg in den Beneden-Elzas. Zij werden in 1706 door den maarschalk Villars aangelegd, om den Elzas te beveiligen tegen de strooptogten der Keizerlijke bezetting van Landau. Zij strekken zich uit langs de Lauter en werden in 1793 door den Oosterrijkschen generaal Wurmser veroverd, maar kort daarna door Pichegru heroverd. Thans zijn deze liniën van geenerlei gewigt.

< >