Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Vuurtorens

betekenis & definitie

Vuurtorens verheffen zich op kusten en oevers en verspreiden des nachts hun licht om de schippers te waarschuwen of bekend te maken met de plaats, waar zij zich bevinden. De voornaamste zijn gebouwd van steen, zooals die van Eddystone (25 Ned. el hoog), 14 Eng. mijl van Plymouth, en die op Bell Rock (30 Ned. el hoog), eene gevaarlijke klip aan den mond van de Firth of Forth, of van ijzer, zooals die van het Maplin-Sand en bij Belfast-Lough. Die op de Bisschopsrots van Scilly rust op zeven zuilen, van welke de middenste de trap omsluit, terwijl de overigen een regelmatigen zeshoek vormen.

In den beginne bezigde men tot verlichting der vuurtorens hout, later steenkolen, vervolgens vet- en waskaarsen, en thans meestal plantaardige of minerale olie, terwijl men op sommige Drummondsch kalklicht, op andere electrisch licht en magnesium gebruikt. De lampen der vuurtorens zijn voorzien van Argandsche branders met 1 tot 6 concentrische pitten, van welke de buitenste eene middellijn heeft van 72, ja zelfs van 112 Ned. streep. De lampen zijn moderateurlampen, omdat zonder aanmerkelijken toevoer van olie bij de aanmerkelijke hitte spoedig verkoling zou plaats grijpen. Om het naar alle kanten uitstralend licht te concentréren bezigt men spiegels (katoptrisch of Engelsch stelsel) of lensen (dioptrisch of Fransch stelsel). De spiegels zijn parabolisch hol geslepen, en in het brandpunt bevindt zich de vlam, zoodat de stralen evenwijdig aan de as van den spiegel worden teruggekaatst. Men verkrijgt alzoo een cylindervormigen stralenbundel, die intusschen geen licht verspreidt langs den geheelen horizon. Om dit te verhelpen, wordt het staand vuur wel eens in een draaivuur veranderd, door verschillende spiegels op een raam te plaatsen, hetwelk met gelijkmatige snelheid omdraait. Voorts heeft men het tusschenpoozend vuur van Stevenson, waarbij het licht bij kleine tusschenpoozen met een scherm wordt gedekt.

In Frankrijk gebruikt men bij de havens den toestel van Bonnier-Marcet, bestaande uit eene vaste lamp en een om deze draaijenden parabolischen reflector. Tegen het gebruik van lensen bestond aanvankelijk het groote bezwaar, dat bij aanmerkelijke grootte van deze de dikte van het glas veel licht opslorpte. Het is echter meerendeels vervallen, toen Brewster en Fresnel ontdekten, dat men het grootste gedeelte van het glas kon wegnemen, zoo slechts de oppervlakte ongeschonden bleef. Volgens het stelsel van Fresnel zijn dan ook de beide prachtigste vuurtorens der wereld, die van Cordouan aan den mond der Gironde (63 Ned. el hoog) en die van New Skerrypore aan de westkust van Schotland verlicht. Digt bij elkaar gelegen vuurtorens moet men door de eigenaardigheid der verschillende stelsels van elkander kunnen onderscheiden. De Engelschen bezigen daartoe gekleurde glazen, waardoor intusschen veel licht verloren gaat. Men heeft voorts vuurtorens met een staand vuur, — met een staand vuur en gekleurde flikkeringen, — met rood en wit vuur (bij afwisseling), — met een draaivuur, — met flikkeringen ten getale van 1—5 in de minuut, — met vonkelingen van meer dan 5 flikkeringen in de minuut, — en met tusschenpoozend vuur, wanneer dit laatste nu en dan plotselijk verdwijnt.

Waar men wegens den slappen grond bezwaarlijk vuurtorens kan doen verrijzen, worden vuurschepen geplaatst, die sterk genoeg zijn om de hevigste stormen te trotséren. Zij zijn rood geverwd, van een naam voorzien en voeren eene vlag of een bol in den top van den mast. Daarenboven bevindt zich aan den mast eene lantaarn met eene lamp en parabolische spiegels. — Reeds door Homerus worden vuurtorens vermeld; die, welke op bevel van Ptolemaeus Philadelphus op het eiland Pharus bij Alexandrië verrees, behoorde tot de zeven wonderen der wereld. Hij werd voltooid in het jaar 283 vóór Chr., had eene hoogte van omstreeks 160 Ned. el en bleef bestaan tot het jaar 1317 na Chr. Iets dergelijks was de vermaarde Colossus van Rhodus, in 672 vóór Chr. door eene aardbeving vernield. De vuurtoren van Corduan verrees ten tijde van Henri II, — die van Eddystone, in 1696 van hout opgetrokken, bezweek in 1703 met zijne wachters in een vreeselijken orkaan, en een nieuwe, in 1706—1709 gebouwd, werd in 1755 eene prooi der vlammen. De tegenwoordige steenen vuurtoren is naar het plan van John Smeaton verrezen. Ook de vaderlandsche kust is van onderscheidene vuurtorens voorzien, en ter bestrijding der kosten voor het verlichten, betonnen en afbakenen van onze vaarwaters wordt van de schepen naar gelang van hunne ruimte een vuur-, ton- en bakengeld geheven.

< >