Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Vega

betekenis & definitie

Vega. Onder dezen naam vermelden wij:

Garcilaso (eigenlijk Garsias Laso) de la Vega, een verdienstelijk Spaansch dichter, geboren te Toledo in 1503. Nadat hij eene zorgvuldige opvoeding genoten had, trad hij onder Karel V in krijgsdienst en nam deel aan een veldtogt tegen de Turken en eene expeditie tegen Tunis. Daarna vertoefde hij eenigen tijd te Napels, werd in den oorlog tegen Frankrijk bij Frejus gevaarlijk gewond en naar Nizza gebragt, waar hij in 1536 overleed. De Spaansche dichtkunst is veel aan hem verschuldigd, en zijne „Obras” werden meermalen gedrukt.

Lope de Vega of eigenlijk Lopez Feliz de Vega Carpio, een beroemd Spaansch tooneeldichter. Hij was de telg van een adellijk Castiliaansch geslacht en geboren te Madrid den 25sten November 1562. Aanvankelijk studeerde bij te Madrid, omhelsde daarop wegens beperktheid van geldmiddelen de krijgsdienst en zette na het overlijden zijner onders zijne studiën voort te Alcala de Hennares en te Salamanca. Schoon eerst voornemens den geestelijken stand te omhelzen, trad hij wederom in krijgsdienst. Inmiddels had hij zich als dichter en schrijver bekend gemaakt door zijn roman: „Arcadia”. Schulden bragten hem in de gevangenis, maar hij ontsnapte en nam dienst op de Armada.

Na het vernielen van deze zwierf hij rond in Italië en in zijn Vaderland, totdat hij in 1611 in den geestelijken stand werd opgenomen. Sedert dien tijd schitterde zijn dichterroem met ongemeenen glans. Zijne talrijke dichterlijke voortbrengselen, waartoe niet minder dan 1500 tooneelstukken behooren, getuigen van eene onuitputtelijke vindingskracht, van een verbazenden rijkdom en juistheid van karakterteekening, zoowel van mannen als van vrouwen, van eene levendige verbeelding en van eene verwonderlijke heerschappij over de taal. Slechts een klein aantal stukken (ongeveer 320) is in de verzameling zijner „Comedias (1604—1647, 28 dln)” opgenomen, en vele zijn nog niet eens gedrukt. Van zijne overige werken, ook in proza, bestaat eene verzameling van 21 deelen, welke in 1776—1779 in het licht verscheen.

Georg, vrijheer van Vega, een verdienstelijk wiskundige. Hij werd geboren in 1756 te Sagoritza in Krain, studeerde te Laibach, zag zich benoemd tot scheeps-ingenieur en ging vervolgens, over bij de artillerie en werd eerst leeraar in de wiskunde en vervolgens bij de oprigting van het korps bombardiers professor in de wiskunde met den rang van luitenant-kolonel. Nadat hij zich in de veldtogten tegen de Turken en Franschen onderscheiden had, werd hij in 1800 in den stand der vrijheeren opgenomen en in 1802 tot lid van den landdag in Krain benoemd. Den 20sten September 1802 vond men zijn Iijk in de Donau en eerst in 1811 kwam het aan den dag, dat een molenaar hem vermoord had. Zijne „Vorlesungen über die Mathematik”, beleefden in 1822 eene 6de uitgave in 4 deelen. Voorts vermelden wij van hem: „Logarithmische, trigonometrische und andere Tafeln (1783 en later)”, — „Logarithmisch-trigonometrisches Handbuch (1793; 60ste druk, 1876)”, — en „Thesaurus logarithmorum completus (1794)”.

< >