Valle (Piétro della), een uitstekend reisbeschrijver, geboren te Rome den 2den April 1586 uit een aanzienlijk geslacht, vestigde zich te Napels en vertrok vanhier in 1614 ter bedevaart naar het Oosten. Hij bezocht Turkije, Egypte, Arabië, Perzië en lndië en toefde omstreeks elf jaren in genoemde landen, om er zich met de taal, de inwoners, de zeden en gewoonten bekend te maken. Te Bagdad trad hij in het huwelijk met eene Georgische schoone, Sitti Maani geheeten, maar zij werd hem weldra door den dood ontrukt. Nu keerde hij naar zijn vaderland terug en bereikte Rome in 1626 met een stoet van Oosterlingen.
Eerlang verbond hij er zich wederom in den echt met eene Georgische, eene bediende van zijne eerste vrouw, hield zich bezig met het beoefenen der wetenschap en vooral met de muziek, en gaf eene beschrijving van zijne reis in het licht (1650, 4 dln, en later). Dit boek bestaat uit 54 brieven en geeft getuigenis van zijne uitgebreide kennis, maar tevens van zijne ligtgeloovigheid. Toen hij eens op het plein van het Quirinaal eene processie gadesloeg, deden de dienaren van den Paus onder het oog van hun gebieder een aanval op zijn gevolg. Della Valle snelde de zijnen te hulp, en daar goede woorden niet hielpen, deed hij eenige handlangers van den Paus in het zand bijten. Om zich aan de wraak van den Kerkvorst te onttrekken, begaf hij zich naar Napels en vertoefde aldaar, totdat zijne vrienden hem vergiffenis bezorgden. Hij overleed te Rome den 20sten April 1652.
