Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Vaderlijke magt

betekenis & definitie

Vaderlijke magt (De) is het regt van ouders op het gezag over de personen en op het beheer en genot der goederen van hunne minderjarige kinderen. Zij verschilt bij ons grootelijks van de uitgestrekte magt van den Romeinschen paterfamilias. Te Rome had het kind geene regten tegenover den alvermogenden vader, maar bij ons worden ook zijne regten door de wet in bescherming genomen. De vaderlijke magt staat bij ons in verband met de verpligting der ouders om hunne minderjarige kinderen op te voeden, zoodat art. 269 van het Wetboek-Napoleon bepaalt: „Over de personen der wettige en gewettigde kinderen hebben beide de ouders ai die magt en dat gezag, hetwelk de pligt eener behoorlijke opvoeding en orde der huisgezins vorderen”.

Vanhier ook de beperking van den tijd der minderjarigheid. De vaderlijke magt is toegekend aan beide ouders. Zij ontstaat door geboorte van kinderen uit een wettig huwelijk, door wettiging van vroeger geboren kinderen en door erkenning van natuurlijke kinderen. In de laatste twee gevallen verschaft de vaderlijke magt geen vruchtgenot (B. W. art. 374). Zij vervalt door den dood van het kind of van de beide ouders, door meerderjarigheid (door leeftijd of huwelijk) en door brieven van meerderjarigverklaring.

Ook kan een vader of moeder ontzet worden van de vaderlijke magt (C. P. art. 334 en 335 al. 2). De vaderlijke magt strekt zich uit tot den persoon en de goederen van het kind. Een minderjarig kind mag zonder vaderlijke toestemming het ouderlijk huis niet verlaten, en bij gewigtige redenen kan de regtbank, op verzoek van den vader, het kind in verzekerde bewaring stellen. De vaderlijke magt geeft, met betrekking tot de goederen van het kind, het beheer en het vruchtgenot. Daarentegen wordt ook het kind door de wet gewaarborgd tegen misbruik der vaderlijke magt, tegen mishandeling enz.