Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Genot

betekenis & definitie

Genot is het aangenaam gevoel, hetwelk door de bevrediging eener behoefte of door eene streeling der zinnen ontstaat.

Het kan van zinnelijken en van geestelijken aard zijn. Tot de zinnelijke genietingen behooren die, welke men smaakt bij het bevredigen van honger en dorst, bij het streelen van den smaak, bij het verpoozen der spieren na vermoeijenis, enz. Deze soort van genot verdwijnt, zoodra aan de behoefte voldaan is, terwijl eene overmatige bevrediging daarvan walging en afkeer baart. Geestelijk genot smaakt de mensch bij het aanschouwen van het schoone in de natuur en in de kunst, — door het opsporen, vinden en beseffen der waarheid, en door het betrachten van het goede. Er wordt ook wel gesproken van genotzucht, doch het hierbij bedoelde genot behoort tot de eerst-vermelde afdeeling.