Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Ulrich

betekenis & definitie

Ulrich, hertog van Würtemberg, geboren in 1487 en de zoon van den krankzinnig geworden graaf Hendrik IV, werd bij zijn neef, hertog Eberhard I met den Baard opgevoed en kwam reeds in 1490, na de verwijdering van Eberhard II, aan het bewind, dat hij vervolgens den 19den Julij 1503 zelfstandig aanvaardde. Hij nam in 1504 deel aan den Successie-oorlog van Beijeren-Landshut, volvoerde met Hessen het bondvonnis, over pfalzgraaf Philippus uitgesproken en zag bij den vrede zijn gebied aanmerkelijk vergroot. Daarna gaf hij zich over aan de vermaken der wereld, waarin hij vergoeding zocht voor zijn ongelukkig huwelijk met Sabine, de dochter eener zuster van keizer Maximiliaan, terwijl hij het regéringsbeleid aan de handen van zelfzuchtige raadslieden toevertrouwde. Zijne familieschulden, te voren reeds aanmerkelijk, klommen tot een millioen gulden; zware belastingen en onvruchtbare jaren maakten zijne onderdanen ontevreden, zoodat in 1514 het oproer van den „armen Koenraad" uitbarstte, hetwelk Ulrich alleen dempen kon door bij het Verdrag van Tübingen, waarbij het land de betaling van genoemde schulden overnam, aan het volk buitengewone regten en vrijheden te vergunnen.

Den 7den Mei 1515 vermoordde de Hertog op eene jagtpartij in het Böblinger Woud eigenhandig Hans von Hutten, omdat hij dezen verdacht van een al te gemeenzamen omgang met zijne gemalin. Daardoor prikkelde hij den toorn van den Keizer, van het Hertogelijk Huis van Beijeren, waar Sabine eene wijkplaats had gezocht, en van den adel, aan wiens hoofd zich het geheele geslacht von Hutten en bepaaldelijk Ulrich von Hutten (zie aldaar) plaatste. Hij werd dan ook den 11den October 1516 en in Julij 1518 ten tweeden male in den ban gedaan, nadat hij eerst nog met vuur tegen zijne vijanden gewoed en de rijksstad Reutlingen veroverd en in eene landstad herschapen had. In April 1519 werd hij uitgestooten uit het Verbond der Zwaben en vlugtte, na eene vruchtelooze poging tot herovering des lands, naar Mömpelgard. De Zwabische Bond verkocht in 1520 het land tot vergoeding der krijgskosten aan keizer Karel V, die in 1530 op den Rijksdag te Augsburg zijn broeder Ferdinand er mede beleende. Ulrich vertoefde geruimen tijd op den Hohentwiel, hoopte gedurende den boerenoorlog van 1525 vruchteloos op de herstelling van zijn gezag en spoedde zich daarop naar Marburg tot landgraaf Philip van Hessen, waar hij een aanhanger der Hervorming werd.

Nadat in 1534 het Zwabisch Verbond vernietigd was, bragt Philip van Hessen hertog Ulrich aan het hoofd van 20000 man weder naar Würtemberg, waar de overwinning bij Laufen aan de Neckar (13 Mei) hem weder in het bezit stelde van zijn hertogdom, hoewel hij het als een Oostenrijksch achterleen moest aanvaarden. Nu werd de Hervorming ingevoerd in zijn land. Als lid van het Schmalkaldisch verbond deed hij in 1546 een aanmerkelijk aantal troepen oprukken naar het leger der Bondgenooten aan de Donau. Wegens den rampspoedigen afloop van den oorlog moest hij na het Verdrag van Heilbronn eene aanmerkelijke som betalen, aan den Keizer onderscheidene kasteelen afstaan en voor dezen te Ulm een voetval doen. Ook onderwierp hij zich aan het Augsburger Interim. Niettemin werd hij met het verlies van zijn gezag bedreigd, toen hij den 6den November 1550 onverwacht overleed.

< >