Tijloos of Tijdeloos is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Colchiceën. Het omvat planten met een trechtervormig bloemdek en eene zeer lange buis, waarop aan de binnenzijde de meeldraden zijn ingeplant. De drie stijlen zijn zeer lang, de zaaddoos is driehoekig opgeblazen en de zaden zijn bolrond met eene glanzige, gestippelde zaadhuid. De Tijloozen komen sterk overeen met de Lelieachtigen, maar onderscheiden zich van deze o. a. daardoor, dat de zaaddoos niet hok-, maar schotverbrekend openspringt.
De Tijloozen bloeijen in het najaar en dragen vruchten in het voorjaar. In ons Vaderland wordt dat geslacht vertegenwoordigd door de herfst-tijloos (C. autumnale), met een vleezigen bol, Iangwerpig-lancetvormige bladeren en roode, trechtervormige, van eene zeer lange buis voorziene bloemen. Deze laatsten komen ten getale van 1 tot 3 uit een koker van vliezige scheeden te voorschijn, zijn 6-slippig en bevatten 6 meeldraden met bewegelijke helmknoppen en één stamper. De eijerstok van dezen is verborgen in den bol, door wiens schijf hij gedragen wordt; hij gaat naar boven over in 3 vrije stijlen, welke in een donzigen stempel eindigen. De vruchten, in Mei of Junij rijpende, hebben de grootte eener hazelnoot, springen schotverbrekend open en bevatten vele bruine zaden.