Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Til (Salomon van)

betekenis & definitie

Til, een verdienstelijk Nederlandsch godgeleerde, geboren te Weesp den 26sten December 1643, studeerde te Utrecht en te Leiden en was achtereenvolgens predikant te Huisduinen, Rijp, Medenblik en Dordrecht, alwaar hij tevens, voor het bedanken voor een beroep naar Amsterdam, de waardigheid verkreeg van hoogleeraar aan de doorluchtige school. In 1702 werd hij hoogleeraar te Leiden en overleed aldaar den 31sten October 1741. Hij was een geleerd en welsprekend man, een volgeling van Coccejus en een ijverig aanhanger der Cartesiaansche wijsbegeerte. Van zijne talrijke geschriften noemen wij: „Opus analyticum (1720; 2de druk, 1827, 2 dln)”, — een doorloopenden commentaar op het „Encheiridion Biblicum” van Heidegger, — „Digt-, zang- en speelkonst zoo der Ouden als bijzonder der Hebreën (1692 en later)”, — „De Tabernaculo Mosis (1714)”, — „Inleydinge tot de prophetische schriften (1682 en later)”, — „Het boek der Psalmen (1693 en later)”, — „Commentaria analytica in varios libros propheticos”, — „Het Euangelium Matthaei (1683 en later)”,— „Commentariën op de brieven van Paulus aan de Romeinen en Philippensen (1702 en later)”, — „Theologiae utriusque compendium, cum naturalis tum revelatae (1706)”, — „Methodus concionandi (1665)”, — talrijke leerredenen enz.

< >