Testa (Pietro), ook Lucchesino genaamd, een verdienstelijk schilder en graveur, geboren te Lucea in 1611 (volgens anderen in 1627), begaf zich naar Rome om de school van Dominichino te bezoeken, maar sloot zich later meer aan bij Pietro de Cortone. Hij streefde steeds naar oorspronkelijkheid, en het ontbrak hem niet aan fantasie, terwijl hij veelal tot het sombere, ook wel tot het afschuwelijke overhelde. Tegelijkertijd legde hij een fijn gevoel aan den dag, vooral in het schilderen van kinderen.
Hij was intusschen niet gelukkig en had veelal te worstelen met armoede en miskenning. In de gaanderij van het Capitool heeft men van hem eene voorstelling van „Jozef, door zijn broeders verkocht”, — in het paleis Spada een „Kindermoord” en eene „Ifigenia”; zijn laatste werk was „De zelfmoord van Cato te Utica”, en hij maakte daarna ook zelf een einde aan zijn leven door zich in de Tiber te verdrinken. Zijn portret, door hem zelven geschilderd, bevindt zich te Florence, en zijne etsen, welligt 44 in getal, werden te voren duur betaald.