Test-act is de naam eener wet, die gedurende I1/2 eeuw van kracht bleef en voornamelijk ten doel had, R. Katholieken uit invloedrijke betrekkingen te weren. Karel II, die in 1660 het bewind aanvaardde, maakte zich gehaat bij de Protestantsche bevolking door het uitvaardigen der „Declaration of indulgence”, waardoor hij de bestaande strafbepalingen tegen de R. Katholieken eigendunkelijk ophief. Hij werd in 1673 door het Parlement tot intrekking daarvan gedwongen, ja, het Parlement wist van hem eene wet te verkrijgen, waarbij bepaald werd, dat allen, die een burgerlijk of militair ambt bekleedden, eene verklaring tegen de leer der transsubstantiatie zouden teekenen en openlijk het sacrament ontvangen naar den Anglicaanschen ritus. Wél was dit belemmerend voor de Protestantsche Nonconformisten en voor de R. Katholieken, maar zij onderwierpen zich daaraan om de gunst van het Hof te behouden.
Die wet was alzoo eene proef (test), waardoor de ambtenaren moesten getoetst worden. Zij noodzaakte ’s Konings broeder, den hertog van York, die tot de R. Katholieke Kerk behoorde, de waardigheid van admiraal neder te leggen. In deze eeuw kwam vooral het Iersche Parlementslid O'Connell tegen de „test-act” in verzet, zoodat zij in 1829 werd afgeschaft, hoewel men ook toen nog eene verklaring tegen het gezag van den Paus behield.