Tarsus, in de dagen der Oudheid eene groote stad in Cilicië, aan de Cydnus (Tarsus Tsjai) en door den Assyrischen koning Sanherib (705—681) gesticht, was sedert 607 vóór Chr. de zetel van onafhankelijke Koningen, die echter later zich bogen onder de souvereiniteit van Perzië, maar begon vooral te bloeijen, toen er in de dagen der Seleuciden vele Grieken zich vestigden, die een levendigen handel dreven. Ook bestond er ten tijde van de eerste Romeinsche Keizers eene merkwaardige wijsgeerige school. Voorts is zij de geboorteplaats van den apostel Paulus.
Inzonderheid was zij eene gewigtige stad gedurende de oorlogen der Romeinen tegen de Parthers. Later evenwel daalde de welvaart der stad, vooral door de invallen der Saracenen, maar zij behield toch tot het einde der middeneeuwen toe een zeker aanzien. Het hedendaagsche Tersûs in de provincie Adana telt 8—10000 inwoners en levert aan den handel katoen, zuidelijke vruchten, tarwe, gerst, wol en sesamzaad.