Stoke (Melis), een Nederlandsch dichter uit de middeneeuwen, leefde in het laatst der 13de en in het begin der 14de eeuw, had de geestelijke wijding ontvangen, maar was niet als priester geplaatst. Immers hij noemt zich in de opdragt van zijne „Rijmkronijk” een „armen clerc”. Die „Rijmkronijk” bevat in de eerste plaats de vertaling der Latijnsche kronijk van een monnik uit Egmond (647— 1205), en vervolgens een oorspronkelijk gedeelte van hemzelven of van een ander.
Dat werk is voor de geschiedenis van Floris V, Jan II en gedeeltelijk ook van Willam III eene uitmuntende bron. Van deze „Kronyk” zijn slechts 3 handschriften bekend, welke zich in de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage bevinden. Zij is het eerst uitgegeven door Johan van der Does (1591), — later door Alkemade en eindelijk door Huydecoper (1772, 2 dln).