Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Stéhanus

betekenis & definitie

Stéphanus. Onder dezen naam vermelden wij:

Eenige Heiligen der R. Katholieke Kerk, te weten: Stéphanus, een der zeven eerste diakenen der Christelijke gemeente te Jerusalem, een ijverig verkondiger van het Evangelie, die door het dweepzieke volk als een godslasteraar in het jaar 36 of 37 gesteenigd werd. Hij wordt beschouwd als de eerste Christen martelaar, en zijn gedenkdag valt op den 26sten December. — Stéphanus I, koning van Hongarije, die het Christendom in voerde in zijn rijk. Hij leefde in de tiende eeuw.

Negen Housen, namelijk: Stéphanus I, een Romein die in 253 den Heiligen Stoel beklom, den doop door ketters geldig verklaarde en den 13den Maart 257 overleed. — Stéphanus (II), gekozen den 27sten Maart 752, doch weinige dagen daarna overleden, zoodat hij gewoonlijk niet wordt meegeteld. — Stéphanus II, die paus werd in 752, keizer Constantijn Copronymus vruchteloos te hulp riep tegen Aistulf, koning der Longobarden, zich toen tot Pipijn, koning der Franken, wendde en van dezen het heroverde exarchaat ten geschenke kreeg, waardoor de grondslag gelegd werd voor den Kerkelijken Staat. Hij overleed den 27sten April 757. — Stéphanus 111, een Siciliaan en gekozen in 768. Hij bepaalde, dat niemand den panselijken Stoel zou mogen beklimmen, die niet alle lagere geestelijke rangen tot en met dien van cardinaal doorloopen had. Toen hij door Desiderius, koning der Longobarden, werd aangevallen, zocht hij hulp bij Karel en Karelman, koningen der Franken. Hij overleed in 772. — Stéphanus IV, eerst diaconus te Rome. Hij werd paus in 816, kroonde keizer Lodewijk de Vrome en overleed in 817. — Stéphanus V, een Romein. Hij werd paus in 885, kroonde Guido, hertog van Spoleto, tot Keizer en overleed in 891.— Stéphanus VI.

Deze beklom den Heiligen Stoel in 896, deed het opgegraven lijk van zijn voorganger Formosus in de Tiber werpen, maar werd zelf in 897 in den kerker geworgd. — Stéphanus VII, een Romein, gekozen in 929. Hij stond onder de vrouwelijke heerschappij van Theodora en Marozia, en overleed in 931. — Stéphanus VIII, een bloedverwant van keizer Otto. Hij werd paus in 939, maar zag zich eerlang door de Romeinen in de gevangenis geworpen, en overleed in 942. — Stéphanus IX. Deze heette te voren Frederik en was een broeder van Gottfried, hertog van Lotharingen. Hij werd door den Paus als gezant naar Constantinopel gezonden, betrok voorts als monnik het klooster Monte Casino, ontving den cardinaalshoed en beklom in 1057 den pauselijken Stoel, maar overleed reeds het volgende jaar. Hij stond geheel en al onder den invloed van Hildebrand.

Eén Koning van Engeland, namelijk Stéphanus van Blois. Hij werd geboren in 1105, was een neef van koning Hendrik I, werd aan diens Hof opgevoed, maakte na den dood van genoemden Vorst zich meester van den troon, schonk een vrijbrief aan Oxford, behaalde in 1137 in den Standaardenslag de overwinning op de oproerlingen, werd in 1141 door keizerin Mathilde, die ook aanspraak maakte op den troon van Engeland, gevangen genomen, het volgende jaar weder op vrije voeten gesteld, en overleed te Dover den 25sten October 1154.

Eén Koning van Polen, namelijk Stéphanus Bathori. Hij werd geboren in 1532, was de telg van een aanzienlijk Hongaarsch geslacht, zag zich in 1571 tot grootvorst van Siebenbürgen verheven en in 1575, na zijn huwelijk met de Poolsche prinses Anna, tot koning van Polen gekozen. hij verbeterde de regtsbedeeling, beschermde de gewetensvrijheid der Protestanten, vocht met de Zweden voorspoedig tegen de Russen (1578—1582) en veroverde een gedeelte van Finland. Te vergeefs zocht hij met zijn gunsteling Zamoyski een krachtig, nationaal en erfelijk koningschap in Polen te stichten. Hij overleed te Grodno den I2den December 1586.

Eén Aartshertog van Oostenrijk. Deze, Stéphanus genaamd, was een zoon van aartshertog Joseph en van diens tweede gemalin Hermine, prinses van Anhalt-BernburgSchaumburg. Hij werd geboren den 14den September 1817 en zag zich in 1843 benoemd tot burgerlijk gouverneur van Bohemen en in 1847 tot plaatsvervangend paladijn van Hongarije. Na de gebeurtenissen van Maart 1848 door den rijksdag benoemd tot opperbevelhebber van het Hongaarsche leger tegen Jellasjisj, legde hij het paladijnschap neder, begaf zich in 1850 naar zijne bezittingen in Nassau, en overleed te Mentone den 19den Februarij 1867.

< >