Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Spiegel

betekenis & definitie

Spiegel (Een) is een ligchaam met eene gladde oppervlakte, dienende tot het voortbrengen van spiegelbeelden. Men heeft platte, holle en bolle spiegels, maar in het dagelijksch leven worden meestal de platte gebezigd. Daartoe dienden in de dagen der Oudheid ronde metalen schijven met een steel, en men had toen koperen, bronzen, zilveren en metalen spiegels. Het gewone metaal voor spiegels is eene legéring van koper (68½%) en tin (31½%) i dit wordt bij het polijsten zeer blank.

Is er een weinig lood bij, dan kan men deze legéring beter bewerken, en eene toevoeging van 2% arsenicum levert eene legéring, die het licht sterk terugkaatst. Ook glazen spiegels kwamen reeds vroeg in gebruik; men bezigde daartoe obsidiaanachtige, donkere, ondoorzigtige massa’s met eene gladde, gepolijste oppervlakte, welke in den muur werden vastgemaakt. Welligt kende men reeds in den tijd van Aristóteles glazen spiegels, aan de achterzijde belegd met lood en tin; doch betrouwbare berigten omtrent zulke spiegels heeft men eerst uit de 13de eeuw. Men sneed ze in Duitschland uit glazen bollen, die van binnen bedekt waren met eene gesmolten legéring van lood-antimonium. In de 14de eeuw kwamen de spiegels met tinamalgama in gebruik. Om deze te vervaardigen, breidt men op een horizontaal vlak een blad tinfoelie uit, wat grooter dan de spiegel, begiet het ter hoogte van ½ Ned. duim met kwik, hetwelk met tin een amalgama vormt, schuift de gepolijste glasplaat zoo over het tinfoelie, dat haar rand steeds in het kwik blijft, belast haar dan met gewigten, geeft aan de tafel, waarop een en ander geplaatst is, eene geringe helling, zoodat het overtollig kwik wegvloeit, en legt na verloop van een etmaal den spiegel met het amalgama naar boven op eene stelling, welke men allengs meer doet hellen, zoodat de spiegel ten laatste een verticalen stand heeft. Na 8—20 dagen is deze bewerking afgeloopen. Eene oppervlakte van 50 Ned. duim vereischt 2—2½ Ned. wigtje amalgama, uit 23% tin en 77% kwikzilver bestaande.

In den laatsten tijd vervaardigt men ook vele spiegels van glas, die aan de achterzijde verzilverd worden. Dit geschiedt door eene zilver-oplossing met eene reducérende zelfstandigheid te vermengen en haar met het glas in aanraking te brengen; het zilver slaat dan neer op het glas en wordt daarna met een vernis bedekt of galvanisch gekoperd. Deze spiegels zijn veel goedkooper dan de verfoeliede, maar het is moeijelijk, op die wijze groote spiegels te vervaardigen. Eene vierkante Ned. el glas vereischt slechts 2½—4½ Ned. wigtje zilver. Op dergelijke wijze maakt men ook platinaspiegels, en vooral deze kunnen zich op den duur goed houden. Omtrent de vervaardiging van het spiegelglas raadplege men het artikel Glas, en omtrent de spiegelbeelden het artikel Breking en terugkaatsing der lichtstralen. — Ook het achterste gedeelte van een schip wordt wel eens spiegel genoemd.