Sikkim, een kleine, afhankelijke Staat in Britsch Indië, aan de noordelijke helling van het Himalaya-gebergte tusschen Nepal en Boethan gelegen, telt op 119☐ geogr. mijl 7000 inwoners van den Tibetaanschen stam der Leptsja. Hier verheft zich de op één na hoogste bergtop der aarde, de Kandsjindsjinga (8579 Ned. el hoog), en men heeft er alleen in de tegen het zuiden gelegen dalen eenig bouwland. Voor ’t overige heeft men er weiland en bosch. Deze Staat is merkwaardig, omdat hij uit Indië een gereeden toegang opent naar Tibet.
In 1817 aanvaardde de BritschOost-Indische Compagnie het protectoraat over Sikkim; zij verkreeg in 1833 de omstreken van Dardsjilung, en in 1849 en 1851 moest Sikkim nog meer land aan Engeland afstaan. Sedert dien tijd is de Vorst eigenlijk een vazal van het Britsch-Indische Keizerrijk. De hoofdstad is Toemlong of Tabiloeng.