Silas was de togtgenoot van den apostel Paulus op diens tweede zendingsreis (Hand. XV : 36—XVIII: 22). Nadat zij te Phillippi in de gevangenis geworpen waren, bleven zij, na herkregen vrijheid, eenigen tijd gescheiden, om elkander te Corinthe weder te vinden.
Van zijne afkomst en verdere lotgevallen is niets bekend. Paulus maakt gewag van hem op enkele plaatsen in zijne brieven.