Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Indië

betekenis & definitie

Indië noemden de Grieken en Romeinen dat gedeelte van Azië, hetwelk, tot aan den tijd van Alexander de Groote nagenoeg onbekend gebleven, aan de overzijde van de lndus gelegen was en werwaarts reeds de Phoeniciërs, Carthagers en Egyptenaren hunnen handel zochten uit te breiden. Eerst door de veroveringen der Perzische koningen en door de togten van genoemden Alexander en van Seleucus Nicator verkreeg men naauwkeuriger inlichtingen omtrent dat land. Na den val van het Westersch-Romeinsche rijk, en vooral door de heerschappij der Mohammedanen in Azië werden alle regtstreeksche betrekkingen tusschen Europa en Indië afgebroken, en de bewoners van ons werelddeel verkregen de Indische waren uit de tweede hand, gedeeltelijk over Egypte, gedeeltelijk langs een karavanenweg door de binnenlanden van Azië. Deze handel kwam in de Levant in het bezit van kooplieden uit Venetië, Pisa en Genua.

Terwijl men in de middeneeuwen, naar het voorbeeld der Ouden, de schatten van Indië aan het uiteinde der aarde geplaatst waande, koesterde men de hoop, dat men dat gezegend gewest zou kunnen bereiken door om de zuidpunt van Afrika heen te varen, of welligt door regtstreeks westwaarts te stevenen. Vasco de Gama volgde met eene gewenschte uitkomst eerstvermelden weg, en Columbus waande bij de ontdekking van Amerika, dat h|j het oostelijke strand van Indië voor zich zag, weshalve hij er de inboorlingen met den naam van Indianen bestempelde. Later bleek zijne misvatting.

De naam Indië is voorzeker afkomstig van dien der bewoners, welke Hindoe's worden genoemd. Men verdeelt het heden ten dage in Britsch Indië of Hindostan en den Indischen Archipel. Wij zullen hiervan slechts algemeene aanwijzingen geven, daar men onder de namen der Britsche presidentschappen en gewesten en der tot Indië behoorende eilanden nadere bijzonderheden vermeld vindt. Omtrent de geschiedenis van Indië raadplege men OostIndië.

Britsch Indië of Hindostan, bestuurd door een uit Groot-Brittanje afgevaardigden onderkoning of gouvemeur-generaal, heeft met de onafhankelijke Staten, onder Britsche beschermheerschappij geplaatst, eene oppervlakte van omstreeks 74000 □ geogr. mijl met eene bevolking van ongeveer 200 millioen zielen. Daartoe behoort Vóór-Indië, door de kusten van Malabar en Coromandel en door de Nerboedda begrensd, ook wel de hoogvlakte van Dekan genaamd. Hier verrijst verder noordwaarts de Himalaya-keten met den Mount Everest, den hoogsten berg der aarde (9630 Ned. el). Dáár ontspringen de groote rivieren der Bengaalsche vlakte, de Ganges, de Bramapoetra en de Indus. Naast Vóór-Indië noemen wij Achter-Indië, besproeid door 4 aanzienlijke rivieren, namelijk de Irawaddi, de Saloeën, de Menam en de Mekong (Cambodsja), — en eindelijk het eiland Ceylon. De Britsche bezittingen zijn in haar geheel verdeeld in het gouvernement-generaal met het district Aimere (Adsjmir) en de provinciën Coorg, (Koerg) Mysore, en Berar (Hyderabad), in het presidentschap Bengalen met de provinciën Neder-Bengalen, Behar, Orissa, Chota-Nagpore en Assam, in de Noordoost-Provincie, Oude, Pendsjaub, de Midden-provinciën, Britsch Birma, Madras en het presidentschap Bombay (Bombay en Sind bevattende). Van de bewoners behooren, wat de godsdienst betreft, bijna 100 millioen tot de Hindoe’s en bijna 36 millioen tot de Mohammedanen. De belangrijkste steden zijn er Calcoetta met bijna 900000, Bombay met bijna 650000, Madras met bijna 400000, Lucknow met bijna 300000, Benares met ruim 170000, Ahmadabad met bijna 117000, Cawnpore met 113000, — voorts Allahabad, Bareilly en Rangoon, ieder met ruim 100000 inwoners.

De Indische eilandengroep, van den mond der Irawaddi tot aan het eiland Formosa ten zuiden van het vasteland van Azië gelegen, ligt met haar weelderigen plantengroei op een vulcanen-gordel en heeft in de lage streken een ongezond klimaat , — althans voor den be woner van West-Europa. De oorspronkelijke bewoners behooren er tot de Maleijers en Papoea’s en tellen ongeveer 36 millioen zielen op eene uitgebreidheid van 37000 □ geogr. mijl. Men kan deze groep splitsen in 3 deelen, namelijk de buitenste rij, bestaande uit de Molukken (Specerij-eilanden) met de Banda-, Amboina- en Ternate-groepen, alsmede uit de Philippijnsche eilanden, — de binnenste rij, waartoe de groote Soenda-eilanden Sumatra en Java, benevens de kleine Soendaeilanden ten oosten van Java (van Bali tot Timorlaut) behooren, — en de middenste rij, zamengesteld uit de groote eilanden Bornéo en Celébes, benevens een aantal kleine, zooals Palawan, de Solo-eilanden, Billiton, Bangka en het gewigtige Singapore. Door hunne ligging vormen deze eilanden als het ware eene brug van Azië naar Australië, maar zij komen in aard en voortbrengselen meer met eerstgemeld dan met laatstgenoemd werelddeel overeen. Behalve een gedeelte van Timor, waar de Portugézen zich gevestigd hebben, de Philippijnsche eilanden, welke in de magt zijn der Spanjaarden, en Singapore, waar Engeland heerschappij voert, is de geheele Indische eilandengroep eene bezitting der Nederlanders. In Neêrlandsch Indië wordt de regéring volgens een bij de wet vastgesteld „Reglement op het beleid der regéring in Nederlandsch Indië” in naam des Konings uitgeoefend door een gouverneur-generaal, tevens opperbevelhebber van de land- en zeemagt. Aan hem zijn toegevoegd een algemeene secretaris en 3 gouvernementssecretarissen. Hij is voorzitter van den Raad van Nederlandsch Indië, die voorts bestaat uit een onder-voorzitter, 4 leden en een secretaris.

Hij moet het advies van dit ligchaam inroepen, maar is hieraan niet gebonden. Onder zijne bevelen staan de gouverneur van Sumatra’s Westkust, de gouverneur van Celébes en aanhoorigheden en de residenten enz. op Java en in de buitenbezittingen, niet tot de laatstgenoemde 2 gouvernementen behoorende. De inrigting van het burgerlijk bestuur rust er op het beginsel van de inlandsche bevolking zooveel mogelijk onder het onmiddellijk gezag te doen blijven van hare eigene opperhoofden, die van regéringswege worden aangesteld of erkend en onder het toezigt staan van Europésche hoofdambtenaren. — De afdeelingen van algemeen bestuur staan er onder 4 directeuren, één voor Binnenlandsche Zaken, één voor Eeredienst, Onderwijs en Nijverheid, één voor Burgerlijke Openbare Werken, en één voor Financiën. Zij vereenigen zich, zoo vaak de gouverneur-generaal zulks noodig acht, tot een Raad van Directeuren. — Voor burgerlijke regtspleging heeft men er als hoogste regterlijk collegie het Hoog Geregtshof te Batavia, zamengesteld uit een president, vice-president, 7 raadsheeren, een procureur-generaal, 3 advocaten-generaal, een griffier en 3 substituutgriffiers. Voorts zijn er Raden van Justitie te Batavia, Samárang, Soerabaja, Padang, Amboina, Ternate en Mangkassar. leder van deze zamengesteld uit een president en 4 of 6 leden, een officier van Justitie, een griffier en één of meer substituutgriffiers. Te Riouw en Bengkoelen zijn residentieraden, in verschillende residentiën residentiegeregten, en op Java, Madoera en Mangkassar regtbanken van Omgang, die de verschillende plaatsen van hun regtsgebied op bepaalde tijden bezoeken. Voor niet-Europeanen heeft men er voorts landraden, regentschaps-, districts- en residentiegeregten, en in de Vorstenlanden bestaan afzonderlijke regtbanken. Het Hoog Militair Geregtshof is er gevestigd te Batavia. — Aldaar is ook eene Algemeene Rekenkamer, die het beheer der financiën controleert.

Omtrent de wijze van bestuur raadplege men het artikel Cultuurstelsel, omtrent Indische taal het artikel Sanskriet, en omtrent Indische godsdienst het artikel Brahmaïsmus. Ten slotte deelen wij een en ander mede omtrent den Indischen Oceaan, eene van de 5 groote zeeën der aarde. Hij ligt tusschen de zuidkust van Azië en de zuidelijke IJszee, tusschen den meridiaan van de zuidspits van Afrika en eene lijn, welke men trekken kan van de Foekienstraat aan de Oostkust van China naar de Torresstraat aan de noordpunt van Australië. Hij beslaat eene oppervlakte van 1380000 □ geogr. mijl en is dus kleiner dan de overige 4 oceanen. Hij ligt op het oostelijk halfrond op den verzengden en zuidelijken gematigden gordel. Intusschen dringt hij met 2 diepe inhammen ook tot 30° N. B., dus tot op den noordelijken gematigden gordel door. De zuiderkeerkring verdeelt hem in 2 zeer ongelijke deelen. Het noordelijk gedeelte is aan 3 zijden door land begrensd en vormt 3 groote boezems, namelijk de Arabische Zee, vanwaar men door de Golf van Oman en de straat van Ormoesd de Perzische Golf bereikt en ook door de Golf van Aden en de straat van Bab-el-Mandeb naar de Roode Zee kan stevenen, — de Golf van Bengalen, — en de eilandenzee van Achter-Indië, welke men door straat-Soenda of door de straat van Malakka bereiken kan, met de Zuid-Chinésche Zee, waarin zich de Golf van Siam en die van Tong-King bevinden.

Het zuidelijk gedeelte daarentegen is een open waterplas, nagenoeg zonder landen of eilanden. De Indische Oceaan is van groot belang als waterweg van Europa naar Indië en China; hij zou echter veel van zijne belangrijkheid verliezen, zoodra de landengte van Panama doorgestoken wierd. Aan de kust van Azië ontvangt hij boven reeds genoemde groote rivieren van Indië, en aan die van Afrika de Zambesi. De belangrijkste handelsplaatsen aan dezen Oceaan zijn Mozambique, Zanzibar, Berbera, Aden, Maskate, Bassora, Aboesjer, Bender-Abbas, Koratsji, Bombay, Point de Galle en Trinconomale op Ceylon, Madras, Calcutta, Akyab, Rangoon, Maulmain, Malakka, Singapore, Bangkok, Saigon, Hué, Canton, Hongkong, Manila, Mangkassar en Batavia. Zijne eilanden liggen, met uitzondering van de groote Indische eilandengroep en Ceylon, hoofdzakelijk in zijne westelijke helft. In de oostelijke heeft men slechts eene kleine reeks van gevaarlijke riffen, banken en eilanden, zooals de Andamanen, Nicobaren en Kokos-eilanden. Van de eilanden in het westelijk gedeelte is Madagascar het grootst. Voorts heeft men er de Mascarenen, namelijk Mauritius (Isle de France), Réunion (Bourbon) en Rodrigues, — alsmede nog de weinig beteekenende Malediven, Lakediven en Chagos-eilanden, Socotora, de Kerguelen-, Crozet- en Macdonald-eilanden.