Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Sijs

betekenis & definitie

Sijs (Fringilla Spinus L) is de naam van een zangvogel uit de familie der Vinken. Van deze is hij in ons land de kleinste, heeft een kegelvormigen, scherpen snavel en een aan het einde ingesneden staart. zijne kleur is geelachtig groen; bij het bejaarde mannetje zijn de schedel en de keel zwart. Eene streep boven de oogen, de zijden van den kop en hals, benevens een gedeelte des ligchaams tot aan den buik zijn citroengeel; de buik is witachtig, maar de staart wederom geel. De vleugels zijn zwart met eene groen gele dwarsstreep en de slagpennen aan de basis geel en verder met geelachtig groen omzoomd.

De staartpennen zijn zwart, maar allen, behalve het middenpaar, op de twee eerste derden harer lengte geel, Het wijfje mist het zwart op den kop en heeft zwarte lengtevlekken op de kleine vederen, terwijl de staartpennen donkerbruin zijn met citroengele zoomen. De sijs is in geheel Europa en ook in ons Vaderland een algemeen verspreide vogel; hij onthoudt zich des zomers in denne- en sparrebosschen en in het najaar in andere streken, waar hij van elzenzaad leeft. Als hij jongen heeft, aast hij ook op insecten. Men vindt zijn nest in de hoogste toppen der sparreboomen, en het wijfje legt daarin 5 tot 7 groenachtig-witte, bruin gespikkelde eijeren. Het gezang van dezen vogel is zeer aangenaam, zoodat men het mannetje dikwijls in eene kooi aantreft.

< >