Schönbrunn, een keizerlijk kasteel in het aartshertogdom Oostenrijk unter der Enns, ten zuidwesten van Weenen en met deze stad door een paardenspoor verbonden, was reeds onder keizer Matthias een vorstelijk jagtslot, ontving in 1744 van Maria Theresia zijne tegenwoordige gedaante en dient steeds gedurende een gedeelte van den zomer tot verblijf van het Hof. De vóórgevel heeft eene breedte van 166 Ned. el, en er zijn (die der bijgebouwen er onder begrepen) 1441 vertrekken. Bezienswaardig zijn er de slotkapel, de groote zaal, drie landschapszalen, de zaal met de schilderstukken van Hamilton en de ceremoniënzaal. Aan de zuidzijde van het kasteel breidt het park zich uit, hetwelk steeds geopend is voor het publiek.
Aan de tuinzijde heeft men een terras met eene groote waterkom en 32 marmeren standbeelden. Voorts vindt men er een botanischen tuin, met warme kassen, en op eene verhevenheid de „Gloriëtte”, eene zuilenhal ter lengte van 95 en ter breedte van 19 Ned. el. Den 26sten December 1805 werd er de Vrede van Preszburg bevestigd, en den 14den October 1809 de Vrede van Weenen gesloten.