Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Paardenspoor

betekenis & definitie

Paardenspoor (Een) of tramway is een ijzeren spoorweg, waarop de waggon tot vervoer van personen en goederen door paarden in beweging worden gebragt, hoewel men in den laatsten tijd ook pogingen heeft aangewend, om de paarden door eene mechanische beweegkracht te vervangen. Dergelijke wegen had men reeds voorlang in de mijndistricten tot vervoer van steenen of ertsen; aanvankelijk legde men er sporen van hout, soms tot meerdere sterkte met ijzer beslagen, doch ook dáár zijn zij thans geheel van ijzer. Vooral heeft men thans paardensporen in de groote steden en langs druk bezochte verbindingswegen van betrekkelijk geringe lengte. De ijzeren sporen worden geplaatst op door dwarsliggers verbondene liggers.

De onderlinge afstand der sporen komt met dien der sporen van een gewonen spoorweg overeen. Vereischt de aanleg van zulk een weg ook aanmerkelijke kosten, door de verminderde wrijving heeft men bij het vervoer op verre na niet zoo groote trekkracht noodig als op gewone straten of straatwegen. De inrigting van een paardenspoor kan zeer verschillend zijn. Men kan de raderen in gleuven laten loopen en ook langs staven, terwijl een radkrans de raderen belet zich van de staven te verwijderen. Ook Iaat men de raderen wel over platte sporen loopen, terwijl een vijfde rad, midden onder den waggon, in een spoor past.

Dit laatste heeft veel vóór, omdat men door het opligten van laatstgenoemd rad ieder oogenblik den waggon het spoor kan doen verlaten, ’t geen voor het wijken in naauwe straten van veel belang is. Men heeft zulke paardensporen b. v. te Weenen reeds sedert 1868; zij hadden er in 1874 eene lengte van 50 Ned. mijl met dubbel spoor, en daarlangs werden in 1873 — het jaar der Wereldtentoonstelling — 34 millioen personen vervoerd. Ook in ons Vaderland komen de paardensporen meer en meer in zwang, inzonderheid in de groote steden van Holland; vooral die te Amsterdam zijn bijzonder goed ingerigt. In het noorden des rijks zoekt men ze tot nu te vergeefs, doch dezer dagen is concessie aangevraagd en verleend voor een tramway van Wildervank over Veendam naar Zuidbroek (Februarij 1878).