Schavot is de naam van een toestel van planken in de opene lucht, waarop in vroegeren tijd de tot schavotstraffen veroordeelde misdadigers hun vonnis in het openbaar ondergingen. Men heeft die straffen bij het toenemen der beschaving allengs zien verdwijnen. De Fransche constituante nam den 28sten September 1791 het merkwaardig besluit: „la peine de mort ne sera plus que la simple privation de la vie”, en daarmede namen het radbraken, vierendeelen, branden en dergelijke gruwelijke folteringen een einde. De Fransche wetgeving maakte echter eene uitzondering met den vadermoorder, wien o.a. de regter hand werd afgekapt, — eene bepaling, die in 1832 in Frankrijk en eerst in 1854 in ons Vaderland werd afgeschaft.
In laatstgenoemd jaar verdwenen bij ons alle schavotstraffen, die gedeeltelijk op grond van het Fransche wetboek werden toegepast, gedeeltelijk bij souverein besluit in 1813 waren ingevoerd. Alleen de doodstraf met den strop — ophanging voor mannen en verworging voor vrouwen — bleef ook na 1854 bestaan. Doch later is, naar de meening van sommigen nog ontijdig, maar tot blijdschap van alle menschenvrienden, de geheele doodstraf uit ons wetboek van strafregt verdwenen. — Tot de schavotstraffen behoorden voorts in vroegeren tijd: tepronkstelling, zwaaijen met het zwaard over het hoofd, geeseling en brandmerk.