Lucht noemt men in het algemeen elke veerkrachtig-vloeibare of gasvormige stof, weshalve men ook van luchtsoorten spreekt. Doorgaans echter bedoelt men met dat woord het gasmengsel van 79% stikstof en 21% zuurstof met wat koolzuur en waterdamp, hetwelk den dampkring (zie aldaar) onzer aarde vormt. De lucht is zamendrukbaar, en de ruimten, welke eene achtervolgens door 2 krachten geperste luchtmassa inneemt, zijn omgekeerd evenredig aan die krachten. Men noemt deze wet die van Mariotte.
De lucht zet zich uit door warmte, zoodat eene met lucht gevulde blaas barst, wanneer zij voldoende wordt verhit. Eerst Galiléi ontdekte, dat de lucht een zekergewigt heeft; eene Ned. kan lucht weegt 1,2991 Ned. wigtje. Daarom drukt zij op eiken Ned. duim met een gewigt van 1,033 Ned. pond. Zie voorts onder Aëro-mechanica.
