Salpeterzure zouten of nitraten bevinden zich gedeeltelijk in de natuur; zij zijn kleurloos, indien de basis ongekleurd is, meestal oplosbaar in water en kristalliseerbaar. Voorts worden zij bij verwarming ontleed in salpeterigzure zouten en zuurstof of salpeterigzure zouten, stikstofperoxyde, stikstofoxyde en zuurstof, knetteren weg op gloeijende kolen en geven met zwavelzuur zwavelzure zouten en salpeterzuur. Men bereidt de salpeterzure zouten meestal door het oplossen van metalen, metaaloxyden of carbonaten in salpeterzuur. Salpeterzuur ammonium (nitrum flammans, NH4N03) ontstaat bij het neutraliséren van salpeterzuur met ammoniak of koolzuur ammoniak, vormt watervree prisma’s, heeft een verkoelenden smaak, is hygroscopisch, lost gemakkelijk op in water bij eene sterke daling van den warmtegraad, geeft bij verwarming water en stikstofoxydule, knettert weg op gloeijende kolen met eene roode vlam en dient tot het bereiden van koude mengsels, van geneesmiddelen en van stikstofoxydule. — Salpeterzuur baryum (Ba (N03)2), uit koolzuur baryum en salpeterzuur of zwavelbaryum en salpeterzuur natrium verkregen, vormt kristallen, welke bestand zijn tegen den invloed der lucht, is oplosbaar in 12 deelen water, maar niet in alkohol, dient tot reagens, tot groen vuur in vuurwerken, tot bereiding van baryumsuperoxyde enz. — Salpeterzuur loodoxyde (Pb(N03)2) ontstaat bij het oplossen van loodoxyde of loodcarbonaat in salpeterzuur, vormt watervrije kristallen, is gemakkelijk oplosbaar in water, onoplosbaar in geconcentreerd salpeterzuur, smelt bij roodgloeihitte, wordt daarbij ontleed en laat loodoxyde achter.
Men gebruikt het tot bereiding van andere loodverbindingen, voor strijkhoutjes en in de verwerij. — Salpeterzuur ijzeroxydule (Fe(N03)2) ontstaat uit zwavelijzer en verdund koud salpeterzuur en vormt groene, gemakkelijk oplosbare kristallen met 6 moleculen kristalwater. Eene oplossing van ijzer in verdund salpeterzuur bevat salpeterzuur ammonium en wordt in de verwerp gebruikt. — Salpeterzuur ijzeroxyde (Fe(N03)6) ontstaat bij het behandelen van ijzer met salpeterzuur van 1,115, kristalliseert met 12 en 18 moleculen water, is kleurloos of blaauwachtig, smelt in de lucht, werkt bijtend en geeft met water geelachtig bruine oplossingen. Ook de kleurlooze oplossing van ijzerhydroxyde in salpeterzuur wordt bij verwarming geel door de vorming van basisch zout, dat zich bij de afwezigheid van vrij zuur afscheidt. Ijzer geeft, met salpeterzuur in de warmte behandeld, eene bruinachtig roode oplossing. Uit de oplossingen der basische nitraten slaat ijzerhydroxyde duurzaam neder op katoen en zijde; zij komen derhalve te pas in de verwerp en ook bij de bereiding van Berlijnsch blaauw. — Omtrent salpeterzuur kalium zie men het eerste gedeelte van dit artikel. — Salpeterzuur calcium (Ca(N03j2) bevindt zich in het natuurlijk salpeter, in de teelaarde, aan de stalmuren, vaak in bronwater, in de ruwe loog der salpeterziederijen, kristalliseert watervrij, smelt in de lucht, en lost gemakkelijk op in water en in alkohol. Het zout, bij het verwarmen gedeeltelijk ontleed, phosphoresceert. — Salpeterzuur koper (Cu(N03)2) ontstaat bij het oplossen van koper in salpeterzuur, vormt donkerblaauwe prisma’s met 3 moleculen kristalwater, smelt in de lucht, lost gemakkelijk op in water en alkohol, geeft bij verwarming basisch zout, daarna oxyde, werkt op tin schier even sterk als salpeterzuur en wordt in de verwerij gebruikt. — Salpeterzuur natrium is hetzelfde als Chilisalpeter. — Salpeterzuur kwikoxydule (Hg2 (N03)2) ontstaat bij de werking van koud verdund salpeterzuur op overvloedig kwik, vormt kleurlooze plaatjes met 2 moleculen kristalwater, wordt in weinig water onveranderd opgelost, geeft met veel water basisch zout, laat bij verwarming kwik-oxyde achter, wordt in de apotheken gebruikt en komt ook in hoedenfabrieken te pas. Te voren werd ook het oxydezout in de geneeskunde gebezigd hetwelk uit kwikzilver en overvloedig salpeterzuur geboren wordt en moeijelijk kristalliseert. — Salpeterzuur zilver (AgNO3) ontstaat bp het oplossen van zilver in salpeterzuur. Het wordt bereid uit koperhoudend zilver door de oplossing daarvan in salpeterzuur te verdampen en dan het overblijvende tot aan de ontleding van het kopernitraat te verwarmen en uit te loogen.
Het vormt kleurlooze, watervrije kristallen, die bestand zijn tegen de lucht, smaakt scherp metaalachtig, werkt bijtend en vergiftig, is oplosbaar in 1 deel koud water, ook in alkohol en aether, maar niet in geconcentreerd zwavelzuur, reageert neutraal, smelt bij roodgloeihitte, verstijft in kristallijnen vorm, is bij het licht onveranderlijk, maar wordt zwart bij de aanwezigheid van organische stoffen, die metallisch zilver afscheiden. Daarom doet zijne oplossing op de huid of op linnen zwarte vlekken ontstaan. Deze verdwijnen echter wanneer men er eene cyankaliumoplossing op laat droppelen of ook door er verdund iodiumtinctuur op te gieten, ze te wasschen met eene geconcentreerde oplossing van onderzwaveligzuur natrium en ze te spoelen met ammoniak. Gewoonlijk wordt het gesmolten zilvernitraat tot staafjes gegoten (helsche steen, lapis infernalis, argentum nitricum fusum). Het doet dienst bij de photographie, bij het bereiden van andere zilververbindingen, tot het verwen van het haar, als bijtmiddel en zamentrekkend middel in de heelkunde en ook als inwendig geneesmiddel, doch bij aanhoudend gebruik erlangt de huid eene donkere kleur. — Salpeterzuur strontium (Sr(N03)2), hetwelk men op dergelijke wijze verkrijgt als het baryumzout, kristalliseert watervrij, lost gemakkelijk op en levert rood vuur voor vuurwerken. — Salpeterzuur bismuth (Bi(N03)3) ontstaat bij het oplossen van bismuth in salpeterzuur, vormt groote, kleurlooze kristallen met 5 moleculen water, is zeer bptend, reageert zeer zuur, smelt zeer gemakkelijk in kristalwater, wordt reeds bij 80° C. ontleed en geeft met water basische zonten. Zulk een zout vindt men in de apotheek als bismuthum subnitricum (magisterium bismuthi); het vormt een los en kleurloos, bijna smakeloos poeder, wordt bij verwarming en bij behandeling met water ontleed en dient als geneesmiddel, als blanketsel, als haarverf enz. De Fransche crème de bismuth is het versch en koud neêrgeslagen, weinig uitgewasschen basisch zout.