Salpeterig zuur (HN02) is in zuiveren toestand slecht bekend, maar in de natuur aan bases gebonden en ontstaat op velerlei wijzen. Verwarmt men stoffen, die zeer vatbaar zijn voor oxydatie, zooals zetmeel, suiker enz., met salpeterzuur, dan ontwikkelen zich roode dampen, die zich bij sterke afkoeling tot eene groene, zeer vlugtige vloeistof verdigten. Deze laatste ontstaat uit stikstoftrioxyde (N203) en stikstofperoxyde (N02). Leidt men door deze vloeistof stikstofoxyde (NO) en het ontwijkende mengsel van gassen door eene warme buis, dan verkrijgt men bij nog sterker afkoeling van het product zuiver trioxyde als donkerblaauwe vloeistof, welke bij vermeerderde warmte ontleed wordt in stikstofoxyde en stikstofperoxyde.
In ijskoud water lost het trioxyde op tot eene blaauwe vloeistof, welke salpeterig zuur bevat, maar zich reeds bij geringe warmtevermeerdering in salpeterzuur en stikstofoxyde ontbindt. — De salpeterigzure zouten (nitriten) zijn vaste ligchamen, Zij ontstaan door de werking van salpeterig zuur op bases, door reductie van salpeterzure zouten en door oxydatie van ammoniak. Zij zijn meestal zeer oplosbaar, gedeeltelijk ook in alkohol, worden ontleed bij verwarming evenals de salpeterzure zouten, ook bij het koken der oplossing en worden door verdunde zuren onder vorming van roode dampen ontleed. — Salpeterigzuur ammonium (NH4N02) ontstaat zeer algemeen in de natuur, is kleurloos, kristalliseert, is droog en vrij vast, wordt in vochtigen toestand van zelf ontleed, ontploft bij verwarming en door een schok, en ontbindt zich bij eene voorzigtige verwarming in stikstofoxydule, ammoniak en water. Eene oplossing in water geeft bij verwarming stikstof en water. — Salpeterigzuur kalium (KN02) ontstaat bij reductie van salpeterzuur kalium door aanhoudend smelten bij eene hooge temperatuur, door het te verhitten met lood of koper, door het te behandelen met tinstof enz. Het vormt kleurlooze, in de lucht smeltende naalden, is onoplosbaar in alkohol en komt te pas bij de scheikundige analyse. — Van de salpeterigzure aethers ontstaat aethylaether (2H5N02), wanneer men in een cylinderrookend salpeterzuur, water en alkohol laagsgewijs boven elkander plaatst. Het vormt eene kleurlooze vloeistof, riekt aangenaam naar ooft, heeft een prikkelenden smaak en een soortelijk gewigt van 0,947, kookt bij 16°,5 C., is weinig oplosbaar in water en laat zich mengen met alkohol en aether. hij is het hoofdbestanddeel van spiritus aetheris nitrosi, die verkregen wordt door destillatie van spiritus met salpeterzuur en tot diureticum dient. — De amylaether (C5H11N02) wordt verkregen als de voorgaande, riekt specerijachtig, smaakt naar vruchten, heeft een soortelijk gewigt van 0,877, kookt bij 96° C., is onoplosbaar in water, maar lost op in alkohol en aether, veroorzaakt, als hij ingeademd wordt, eene versnelde hartklopping en opstijging van bloed naar het hoofd, en wordt tegen migraine gebruikt.