Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Salomo

betekenis & definitie

Salomo, derde koning over Israël, was een zoon van David en Bathseba en regeerde van 993 tot 953 vóór Chr. Gedurende zijn 40-jarig bewind bereikte zijn volk door handel en nijverheid, door vrede en welvaart, door bevordering van kunst en wetenschap het toppunt van bloei. Groot was vooral de pracht van zijne hofhouding. Ook knoopte hij betrekkingen aan met naburige mogendheden, bijv. door zijn huwelijk met eene Egyptische vorstin.

Hij deed den luisterrijken tempel te Jerusalem op den berg Moria verrijzen, stichtte groote magazijnen, versterkte zijne hoofdstad en ook andere steden, maakte alle Kanaanitische stammen schatpligtig, en bezorgde zich door eene schrandere regeling der belastingen aanzienlijke inkomsten. Zijne vriendschappelijke verbindtenis met het Phoenicische Vorstenhuis kwam den koophandel der Israëlieten uitstekend te stade. Salomo gaf voorts blijken van zijne wijsheid in gesprekken en raadselen, en men vermeldt, dat de Koningin van Saba in Arabië hem deswege bezocht en wél voldaan naar hare Staten terugkeerde. Hij was een voorstander van een rustig en weelderig leven, zoodat hij ter naauwernood gebruik maakte van zijn aanzienlijk leger. Tegen het einde van zijn leven vervoerden de buitenlandsche vrouwen van zijn harem dezen Koning tot afgoderij.

De zware belastingen, door hem uitgeschreven, gaven aanleiding tot de scheuring des rijks na zijn dood. Onder de boeken des Ouden Testaments worden „de Spreuken”, „de Prediker” en „het Hooglied” door velen aan Salomo toegekend, doch volgens de beslissing der critiek zijn laatstgenoemde twee van veel lateren tijd, namelijk uit de dagen der Perzische of der Macedonische heerschappij. In de latere letterkunde van het Oosten wordt Salomo voorgesteld als de koning der geesten en als een toonbeeld van wijsheid, en zijn zegelring als de talisman der tooverkunst. De tempel van Salomo eindelijk heeft voor Vrijmetselaars eene symbolische beteekenis.