Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Salmiak

betekenis & definitie

Salmiak of salammoniak (ammoniumchloride of chloorammonium, NH4C1) vindt men gesublimeerd in de lavaspleten op den Vesuvius en den Etna, in de solfatara’s bij Napels, in Opper-Azië en Boekhanje, bij de brandende gedeelten van vele steenkolenbeddingen, en in zeer geringe hoeveelheid in speeksel, maagsap, urine enz. Het ontstaat door eene vereeniging van ammoniak (NH3) met chloorwaterstof (HCl) en wordt meestal verkregen door het neutraliséren van ammoniakhoudende vloeistoffen (zooals gaswater van steenkolengas, het vocht van beenderenbranderijen en fabrieken van bloedloogzout, destillaat van verrotte urine) met zoutzuur. Men kan zoodanig water ook destilléren met gebranden kalk en het ammoniak, hetwelk zich daarbij ontwikkelt, in zoutzuur leiden. Door het verdampen der oplossing verkrijgt men kristallen van salmiak, die door sublimatie gezuiverd worden.

Verzadigt men eene geconcentreerde oplossing van keukenzout (chloornatrium), welke ammoniak bevat, met koolzuur dan scheidt dubbelkoolzuur natrium zich af, en het salmiak blijft in de oplossing. Men verkrijgt ook een sublimaat van salmiak, wanneer men een weldoorwerkt mengsel van zwavelzuur ammonium met keukenzout verwarmt. Het gesublimeerd salmiak vormt eene kleurlooze, vezelig-kristallijne, doorschijnende, moeijelijk tot poeder te wrijven massa, zonder reuk en scherp zout van smaak; het lost op in 2,77 gewigtsdeelen koud, doch gemakkelijker in warm water en bindt bij zijne oplossing veel warmte. Het kristalliseert in octaëders, die tot pluimen zijn zamengevoegd. Bij het verdampen wordt de oplossing zuur door het verlies van ammoniak. Bij verwarming wordt salmiak vlugtig zonder te smelten, en bij eene hooge temperatuur ontleedt zich de damp in chloorwaterstof en ammoniak, die zich eerst bij 350° C. weder vereenigen. Met vele metaalchloriden vormt salmiak dubbelzouten. IJzer vormt met salmiak ijzerchlorure, ammoniak en waterstof, en niet zelden bevat kleurloos salmiak ijzerchlorure.

Men gebruikt salmiak tot het verkrijgen van ammoniak, tot het vertinnen en verzinken van ijzer, koper en messing, tot soldéren, in de katoendrukkerij enz., alsmede in de geneeskunde als middel tegen verschillende catharren. Het was in den aanvang der 15de eeuw reeds een handelsartikel. Men meent, dat het door Armenische kooplieden het eerst werd aangebragt en om die reden den naam ontving van Sal armeniacum. Het werd toen verkregen bij het verbranden van kameelmest. Ook wordt de naam algeleid van den tempel van Jupiter Ammon, dewijl het in Lybië uit roet wordt verkregen. Geoffroy vond in 1710. dat het uit zoutzuur en vlugtig alkali bestaat, en weldra werden groote salmiakfabrieken gesticht in Schotland.

< >