Rook is eene zelfstandigheid, welke uit brandende of tot zekeren graad verwarmde ligchamen in de gedaante van een nevel oprijst. Die stof is gedeeltelijk damp- of gasvormig van aard, en bestaat gedeeltelijk uit vaste deeltjes, welke den rook zigtbaar maken, door de gasvormige bestanddeelen medegesleept worden en met de gecondenseerde dampvormige bestanddeelen op koudere voorwerpen neerslaan. Heeft deze neêrslag eene zwarte kleur, dan geeft men daaraan den naam van roet.
Het rooken is bij het gebruik van gewone brandstoffen steeds een teeken van onvolkomene verbranding, en de vuurhaard is des te gebrekkiger ingerigt, naar mate er meer rook uit den schoorsteen opstijgt. Onverdunde vlugtigen zuren rooken reeds bij een gewonen warmtegraad in de opene lucht, doordien zich het daaruit opstijgende zuur met den waterdamp der lucht verbindt en zich in den vorm van een nevel verdigt.