Wat is de betekenis van Rook?

...

Zie Rochus

rook - zelfstandig naamwoord 1. grijswitte wolkjes die opstijgen als iets brandt ♢ er kwam rook uit het brandende huis 1. geen rook zonder vuur [er is altijd wel iets waar van de praatjes] ...

De rook die in een droombeeld opstijgt, is er altijd een bewijs voor dat we ons momenteel in een onduidelijke situatie bevinden, die ons behoorlijk zorgen baart. We zouden erachter moeten komen, of het over zwartgrijze rook van een brand of witgrijze rook van een laaiend vuur gaat. (Zie ook ‘Brand’, ‘Vuur’).

De zestiende- en zeventiende-eeuwse bastaardvloek by gans roock moeten wij waarschijnlijk interpreteren als ‘bij Gods lichaamsgeur, bij Gods zweetlucht’. Ongetwijfeld gaat ook deze vloek op het lijden van Jezus Christus terug. zie zweet.

Kleine, van verbranding afkomstige deeltjes die in de lucht zweven. Zie ook: heiigheid Zie ook: lithometeoor Zie ook: smog Zie ook: stof

rook - Verwijst naar de gasachtige uitwaseming van brandende materialen, vooral van organische oorsprong, die zichtbaar is gemaakt door de aanwezige koolstofhoudende materiaaldeeltjes.

Terwijl een uitslaande brand en hoog oplaaiende vlammen bij al het gevaar dat zij met zich brengen, ook positieve verklaringen toelaten, is dit bij rook niet het geval. Waar het rookt, zo mogelijk zonder dat er zichtbaar iets brandt, gebeuren uiterst negatieve dingen. Het smeult. Ieder ogenblik kan de vernietiging door een verterend vuur beginnen....

m -> Rochus.