Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Rendier

betekenis & definitie

Rendier (Cervus Tarandus X.) is de naam van een herkaauwend zoogdier uit het geslacht der Herten. Het heeft lange, getakte, dunne en gladde horens, wier toppen breed handvormig zijn, en neêrhangende manen aan de keel. Het is bijna zoo groot als het gewone hert, maar in Europa lager op de pooten. Zijn haar is digter dan dat der overige soorten van herten, en zijne kleur is des zomers bruin en des winters grijs op den rug en wit aan buik en pooten.

De snuit, staart, spiegel en een ring om de enkels blijven altijd wit. Zijne ooren zijn veel langer dan die van het gewone hert, en zijne hoeven breed, zoodat het zelfs op het gladste ijs met grooten spoed voortsnelt. De horens van het wijfje zijn korter dan die van het mannetje. De wilde rendieren leven in verbazend groote troepen in het noorden van Amerika, zoodat men er jaarlijks 8000 tot 10000 van het zuiden naar het noorden ziet trekken. Het wijfje werpt in Junij in afgelegene schuilhoeken haar jong na eene dragt van 40 weken. Men vindt ook vele rendieren in het noorden van Europa, waar zij getemd worden, hoewel de mannetjes steeds geneigd zijn, tot den wilden staat terug te keeren. Zij eten weinig en vergenoegen zich met bladknoppen, bladeren en rendierenmos, hetwelk zij uit de sneeuw opdelven. Het tamme rendier wordt 15, het wilde 25 tot 30 jaren oud.

Bij het loopen maakt het door het tegen elkander slaan der hoeven een klepperend geluid. Het vervult bij den Laplander de plaats van de koe, het schaap en de geit. De Laplander vergezelt zijne rendierkudden op de bergen en naar de oevers der rivieren, gebruikt deze dieren voor zijne slede en tot het dragen van lasten, en bereidt van hunne melk eene zeer goede soort van kaas. De Samojeed volgt zijn voorbeeld, en onder de rijkste bewoners van Kamtsjatka heeft men er, die kudden van 10000 of 12000 rendieren bezitten. De Eskimo’s en Groenlanders maken slechts jagt op rendieren en voeden zich met hun vleesch. Daarenboven worden de horens, beenderen, zenuwen enz. van rendieren tot het vervaardigen van velerlei voorwerpen gebruikt.

De karavanen van Laplanders bestaan uit eene lange rij van sleden. Elk van deze wordt door één rendier getrokken, dat vastgemaakt is aan de volgende slede, zoodat zij allen in hetzelfde spoor blijven. Het eerste rendier wordt geleid door een Laplander, die het te voet vergezelt. In Lapland wordt iemand voor rijk gehouden als hij duizend rendieren bezit, maar hij behoort tot de armen zoodra dit getal beneden honderd daalt. Eene plaag voor het rendier is eene soort van horzel (Oestrus Tarandi), welke hare eitjes legt op zijne huid, terwijl de made er doorheen boort en er een gezwel doet ontstaan, waarin het masker zijn verblijf houdt. — De naam van Rendier wordt ook gegeven aan een sterrebeeld, gevormd door den Franschen sterrekundige Lemonnier uit eenige kleine sterren tusschen de Poolster en het sterrebeeld de Giraffe. Intusschen worden die sterren meestal tot Cepheus gerekend.

< >